Voor vandaag het eerste mooi afgeronde eerste boek uit een trilogie. Het is een
stel� boek, en een soort mix van Fantasy (maar dan wel alles behalve standaard),
en een fictieve historische roman. Het is spannend en mooi geschreven, met goed
inleefbare karakters. Het speelt zich af in het nu.
Het ROMEINSE RIJK BESTAAT NOG STEEDS� EN HET IS GROTER DAN OOIT.
�Romanitas� � Sophia
McDougall � 2005
Marcus Novius Faustus erfgenaam van de keizerlijke troon, rouwt om zijn ouders,
die om het leven zijn gekomen bij een tragisch ongeluk. Dan ontdekt hij dat hun
dood geen ongeluk was en leden van de keizerlijke familie ook hem voorgoed het
zwijgen willen opleggen. Hij vermomt zich en vlucht halsoverkop uit Rome.
Intussen probeert Una, een ontsnapte slavin, haar broer Sulien te bevrijden die
vastzit op een gevangenisschip in de haven van Londen. Ze slaagt erin hem los te
krijgen en samen vluchtten ze naar Galili�, op zoek naar een beter leven. Op een
rommelmarkt in Galli� ontmoeten Una, Sulien en Marcus elkaar bij toeval. Hun
levens raken verbonden en samen beginnen ze aan een gevaarlijke tocht die het
Rijk voorgoed zal veranderen.
�Ze wist niet welke boot ze moest hebben, of hoe ze daar ongemerkt aan boord
moest komen. Maar ze kon iets doen om haar kansen op succes te vergroten. De
mannen in het gebouw moesten weten welke boot de gevangenen van het schip in de
Theemsmonding moest gaan halen; als die het wisten, kon zij het ook ontdekken.
Ze kon hun gedachten filteren en de feiten verzamelen die ze nodig had. Wat ze
ging doen was veel moeilijker dan de vrouw op het Julianusplein haar eigen
mening voorhouden � die flarden nonsens over Marcus hadden zo duidelijk aan de
oppervlakte gelegen dat bijna iedereen die had kunnen oppikken � maar het was
het zelfde. Soms vloog de gedachte van een vreemdeling op haar af, volledig
gevormd en helder en scherp als een woeste vogel. Maar meestal was het een lang,
zacht gezoem, een half betekenisloos gemompel, dat voortdurend uiteenviel en
zich weer aaneensloot, doorschoten met scherp omlijnde bedoelingen. Dat was
dragelijk en als ze haar best deed kon ze het buitensluiten (maar dat was iets
wat ze vandaag niet had durven doen). Daarachter ware echter altijd luidere,
hardvochtigere geluiden; geblaf en gebrul dat bij beelden hoorde, luguber en
lelijk, en gevaarlijk opbollend van de schaamte die ze bevatten. Ze vermoede dat
deze dingen op de een of andere manier noodzakelijk waren, of in ieder geval
niet te vermijden; en hoewel ze een afschuw had van het idee, wist ze dat haar
eigen kille scherpzinnigheid door een soortgelijke vunzigheid werd geschraagd.
Dit maakte het niet gemakkelijker om een afkeer te onderdrukken die soms bijna
allesoverheersend was. Als ze wilde, en vaak ook wanneer ze dat niet wilde, had
ze een beter beeld van de mensen dan deze van zichzelf onder ogen durfden te
zien.�
Meer weten, zie
http://www.romanitas.com/
|

|