Voor vandaag, een hier recent verschenen debuut, dat zich terecht laat lezen als
een zelfstandig verhaal, maar dat tevens het eerste deel is van een trilogie,
met Michael St. Pierre � meesterdief. Het is een heerlijke mix van tragisch
liefdesverhaal, (reli)thriller en top horror, en het verhaal bespeelt, zoals
alle grote vertellingen, het hele scala van menselijke gevoelens.
�De Sleutels van de Hemel� � Richard Doetsch
In een zwaar bepantserde ruimte naast de Sixtijnse kapel staat een meesterdief
op het punt toe te slaan. Hij heeft een paar seconden nodig om zijn buit te
bemachtigen: twee oude sleutels, ��n zilver en ��n goud. Maar tijdens deze
�missie� doet Michael St. Pierre zo�n gruwelijke ontdekking dat hij op de vlucht
slaat � met de sleutels bij zich en een inzicht rijker: de consequenties van
zijn daden zijn veel groter dan hij had kunnen vermoeden. Want de sleutels
brengen hem op de het pad van een vijand die angstaanjagender en verraderlijker
is dan ook maar iemand zich kan voorstellen�
�En dan houdt alles op. Doodse stilte. Hij stopt. Luistert. Niets. Zijn geest
maakt overuren. Hij vraagt zich af of zijn achtervolger zich spant voor de
sprong � of was het beest als door een wonder door een van de roosters gevallen?
Hij spitst zijn oren tot het uiterste. Hij dacht dat het lawaai erg was, maar de
stilte is moorddadig vanwege het vraagteken dat ze bij de laatste momenten van
zijn leven zet. Claustrofobie dreigt hem te overmannen. Angst doet zijn lichaam
verstijven. Misschien is het beest zijn spoor bijster geraakt. E�n enkele
ademtocht kan hem verraden. Wat is het, waar is het, hoe kan hij zich in deze
enge buis in godsnaam verdedigen? Zijn gedachten vliegen terug naar de
biologieles van meneer Buffington � vluchten of vechten, het overleven van de
sterkste. Hij slaat op de vlucht. Hij had nooit gedacht dat hij zo snel kon zijn.
In zijn vertwijfeling gooit hij al zijn kracht in de ontsnapping, in het redden
van zijn vege lijf. Beter om aan een hartaanval te overlijden dan in de kaken
van zijn achtervolger. Hij slaat geen acht op zijn bloedende handen, zijn
gekneusde knie�n. Hij zou met liefde en plezier een heel jaar plezier lijden als
hij uit deze schacht, uit dit gebouw verlost kon worden. En nu keert het geluid
met verdubbelde kracht terug, galmend door de schacht, grommend en daverend. Het
naderende lijf duwt een klamme lijklucht voor zich uit die over Michael heel
spoelt. En het ergste is dat Michael die nu kan ruiken. Een walgelijke aaslucht,
als van rottend vlees. De graflucht overweldigt zijn zintuigen, de stank doet
zijn ogen tranen.�
Zie verder
http://www.richarddoetsch.com/
|
|