Voor vandaag een recent verschenen historisch avonturenroman, echter geschreven
met de vaart en spanning van een thriller.
‘Piraten’ – Michael
Crichton – 2010
Het is 1665 en Jamaica is een kleine, afgelegen Engelse kolonie die wanhopig
standhoudt tegen een omringende Spaanse overmacht. De hoofdstad Port Royal is
een stad vol kroegen, boeven en hoeren. Je sterft er even snel door een
dolksteek als door dysenterie. De ideale plek voor kapitein Hunter, een handige
jonge duvel uitgerust met een aantrekkelijk uiterlijk, een scherp oog voor
buitenkansjes en elastische mores. Hunters kans dient zich aan als een Spaans
galjoen, zwaar beladen maar licht bemand, ligt te wachten op een escorte in de
haven van een nabijgelegen eiland. Kapitein Hunter zeilt uit met een even
veelzijdige als kleurrijke bemanning en zal, met goedkeuring van de gouverneur
van Jamaica, het goudschip veroveren. Maar hij begeeft zich in gevaren die
groter zijn en wateren die dieper zijn, dan hij ooit had kunnen vermoeden…
‘Hunter vond de Moor in de kleine uurtjes in een gokgelegenheid genaamd de
Yellow Scamp, waar hij met twee Hollandse boekaniers zat te kaarten. De Moor,
ook wel Bassa genoemd, was een kolossale man met een reusachtig groot hoofd,
grote handen waarin de speelkaarten leken te verdwijnen. Hij werd de Moor
genoemd om redenen die reeds lang vergeten waren; en zelfs al zou hij genegen
zijn om zijn afkomst uit de doeken te, dan nog kon hij dat niet, want zijn tong
was uitgerukt door een Spaanse plantagehouder op Hispaniola. Het werd algemeen
aangenomen dat de Moor helemaal niet Moors was, maar dat hij afkomstig was uit
de Afrikaanse streek Nubië, een woestijnland langs de Nijl, bevolkt door
reusachtige negers. De naam die hij gekregen had, Bassa, was een haven aan de
kust van Guinee, waar slavenschepen soms aanmeerden, maar iedereen was het
erover eens dat hij niet uit dat land kom komen, omdat de inboorlingen ziekelijk
waren en een veel lichtere huid hadden.’
Zie ook
http://www.crichton-official.com/
|

|