Homepage: Nieuws: Beldaran's Leestips

 

Beldaran's Leestips

Beldaran geeft op Ezzulia en Pure Fantasy wekelijks een leestip.

- Beldaran [27-01-2012]

Voor vandaag heb ik gekozen voor een luisterboek, een politie roman. De keuze is deze week niet zo zeer gebaseerd op de kwaliteit van dit verhaal, hoewel het in deze vorm best aardig is. Maar ik koos het als een soort eerbetoon aan de recent overleden Piet Römer, die jarenlang de hoofdpersoon uit deze politieromans: De Cock met ceeooceekaa, gestalte gaf in de tv serie ‘Baantjer’. In De Cock en de dode meesters zien De Cock en Vledder zich geconfronteerd met o.a. een lijk in de Brouwersgracht, een onwillige getuige, een toeschietelijke informante van de cricketclub, een vermoorde advocaat met connecties met de maffia én een competentiestrijd met de narcotica brigade.

De Cock en de Dode Meesters' – A. C. Baantjer – 1994 - voorgelezen door Rudi Falkenhagen - 2007

'Er-is-een-Amsterdammer-doodgegaan, hij-liet-zijn-hondje-plassen-op-de-Wallen. Zijn-rikketik-was-even-blijven-staan en-kijk, hij-was-al-uit-de-koets-gevallen. Daar-lag-hij-in-de-regen, modder-op-zijn-goeie-pak. Twee-kaartjes-voor...' De schorre stem van Manke Nelis schalde door het schemerig intieme lokaaltje op de hoek van de Achterburgwal en de Barndesteeg. Trillende accordeonklanken van een virtuoze Johnny Meijer zweefden door de tekst. 'Er-is-een-Amsterdammer-doodgegaan.' Een jong, knap, licht aangeschoten hoertje zong vol overgave mee. Haar onvervalst Jordaan-accent gaf aan de woorden van het lied een extra dimensie. Alsof doodgaan in de regen het ergste was wat een sterveling kon overkomen. Rechercheur De Cock van het aloude politiebureau in de Amsterdamse Warmoesstraat, sjokte in zijn zo typische slentergang naar zijn vaste plekje aan de bar en hees zijn negentig kilo op een kruk. Zijn jonge assistent Vledder nam naast hem plaats. Lowietje, de tengere caféhouder, wegens zijn geringe borstomvang in de rosse buurt van Amsterdam meest Smalle Lowietje genoemd, wreef met zijn kleine handjes langs zijn morsig vest en begroette de beide rechercheurs uitbundig. 'Zo, zo,' kirde hij. 'Een tijd niet gezien. Konden jullie de weg naar mijn etablissement nog vinden?' De Cock glimlachte. 'We gingen op de lucht af.' Smalle Lowietje trok zijn vriendelijk muizensmoeltje in een grijns. 'Hetzelfde recept?' Zonder op antwoord te wachten, dook hij aalglad onder de tapkast en kwam luttele seconden later glunderend weer te voorschijn met een fles fijne cognac Napoleon, die hij speciaal voor De Cock hield gereserveerd. In een reeks routinegebaren vatte hij achter zich drie fraaigeslepen diepbolle glazen en schonk zacht klokkend in. Het derde glas was voor hemzelf. Uit traditie dronk hij altijd een glaasje mee. De Cock keek geboeid toe. Wanneer zijn werk als rechercheur het even toeliet, vertoefde hij graag in het schemerig intieme lokaaltje, dat door Smalle Lowietje steevast vol trots als zijn 'etablissement' werd betiteld, en genoot van het ceremonieel, waarmee de tengere caféhouder de voortreffelijke cognac presenteerde. Smalle Lowietje hief zijn glas en bracht een toost uit. 'Op alle misdadigers,' schertste hij vrolijk, 'en hun kindskinderen.' De Cock nam de toost niet over. Hij wist uit ervaring, dat ook misdadigers kindskinderen hadden, die ijverig oude familietradities in ere hielden. Hij had er dagelijks mee te maken. Voorzichtig nam hij een slok van zijn cognac en liet de nectar langs zijn dorstige keel glijden.’

De Cock en de Dode Meesters / A.C. Baantjer

 

 

De Boekenplank : voor de liefhebber van het spannende boek
Nieuws  Naslag  TeKoop  Contact  Zoeken
Verantwoording  in English  FAQ